Conclusie
De
degens zijn gekruist, Intel heeft alles uit de kast gehaald om de Pentium 4 tot
dé processor van het komende jaar te maken. Hoge snelheden, betaalbare
processors dat is het devies. Daarnaast is er nu eindelijk keuze voor
verschillende chipsets voor de koper van een Pentium 4 en dat zal een systeem
met Pentium 4 alleen maar betaalbaarder maken en ondersteund door een bijzonder
krachtige reclamecampagne zal de consument richting het product van Intel moeten
trekken. Het eerste slachtoffer is de Pentium III, die nu teruggezet is al
server- en notebookprocessor.
Hoge prestaties hebben hun prijs. Intel’s neusje van de zalm moet per duizend $562 kosten en dat is niet weinig, maar wie genoegen neemt met een tikje minder kan voor $375 een 1,9 of $ 256 een 1,8 GHz mee naar huis nemen. Eigenlijk belachelijk dit enorme prijsverschil voor slechts 200 MHz.
Intel kan zich intussen in ieder geval wel weer 'de snelste' noemen. Het is uiteraard afwachten om te bekijken wat AMD gaat doen om deze positie weer terug te claimen.