Gebaseerd op zelfde concept…
De H.265 standaard is in feite gebaseerd op dezelfde ideeën als H.264 en diens voorlopers. In de basis werken videocodecs door het vinden van overeenkomsten tussen opeenvolgende frames bij video, als ook het vinden van op elkaar lijkende gedeeltes binnen ieder afzonderlijk beeld. Door niet alle frames volledig op te slaan maar voornamelijk de verschillen te beschrijven, kan de hoeveelheid data die nodig is om frames op te slaan flink worden beperkt. Bij het analyseren van verschillen tussen achtereenvolgende frames wordt voornamelijk naar beweging gezocht: wanneer objecten bij het volgende beeld verschuiven ten opzichte van het vorige, slaat de video codec juist die verschuiving op in plaats van de beeldinformatie opnieuw op te slaan.
Gecodeerde video bestaat bij H.265 net als bij H.264 uit opeenvolgende frames, die worden aangeduid als I-frame, P-frame of B-frame. I-frames zijn ‘volledige’ frames, die zonder informatie van andere beelden kunnen worden gedecodeerd. Het eerste frame in een videofragment is per definitie altijd een I-frame, maar codecs zetten in de regel om de zoveel tijd of bij scène-veranderingen een nieuw I-frame neer. P-frames zijn gebaseerd op data van oudere frames, terwijl B-frames zijn gebaseerd op informatie van zowel oudere als toekomstige frames.
We spreken de hele tijd over codecs, wat een samentrekking is van coder en decoder, ofwel algoritmes om video te comprimeren en juist weer weer te geven. Belangrijk om je te realiseren is dat bij codecs enkel de decoder is gestandaardiseerd. Ofwel: de H.264 standaard (en de H.264, MPEG2 en andere standaarden daarvoor) specificeren exact hoe een decoder te werk moet gaan en daarmee ook hoe videostreams moeten zijn opgebouwd om via zo’n gestandaardiseerde decoder te kunnen worden verwerkt. De encoders moeten dus video afleveren die voldoet aan de standaard, maar hoe ze dat bewerkstelligen is helemaal vrij en dát is waar de meeste magie plaats vindt. Hoe slimmer en inventiever de encoder, hoe beter de beeldkwaliteit bij een bepaalde bandbreedte. Voor de H.264 standaard zijn vele encoders beschikbaar, met verschillende eigenschappen qua beeldkwaliteit en snelheid.
De basis van vrijwel alle video-codecs: I-, P- en B-frames.