8 Ultra HD-monitoren review: 4K op de desktop

Testveld

Daarmee komen we aan bij het testveld. Zoals gezegd konden we al acht modellen testen: de AOC u2868Pqu, de ASUS PB287Q, de Dell P2815Q en de Dell UltraSharp UP2414Q, de Iiyama ProLite B2888HSU-B1, de Philips 288P6LJEB, de Samsung U28D590D en de Sharp PN-K321H. Zes hiervan zijn op hetzelfde 28-inch paneel van Innolux gebaseerd, de CMO M280DGJ-L30. De 24-inch Dell maakt gebruik van een IPS-paneel van LG Display, de Sharp heeft een IGZO VA-paneel van eigen makelij aan boord. Ook Acer heeft een 28-inch UHD-model op basis van het Innolux-paneel in het assortiment, maar dat bereikte helaas ons testlab nog niet.

De prijzen van de zes 28-inchers liggen bij elkaar in de buurt, maar verschil is er wel: de goedkoopste zijn van AOC en Iiyama, die zijn al voor minder dan 500 euro in onze Prijsvergelijker terug te vinden. De Dell P2815Q is momenteel zelfs nog goedkoper. De Samsung is iets duurder, gevolgd door de Philips met de ASUS als duurste model, al is die met gemiddeld zo'n 565 euro ook niet heel veel duurder meer. De uitschieters zijn de 24-inch Dell, die gemiddeld 690 euro moet opbrengen (een stuk minder dan de circa 1500 euro bij introductie) en de 32-inch Sharp, die gemiddeld nog altijd meer dan 3500 euro kost.

Op de Samsung na zijn alle modellen primair gericht op de zakelijke markt. Dat zie je aan de typeaanduidingen, maar ook aan de uitvoering: een in hoogte verstelbare voet en pivot-functie zijn typisch zaken die voor de business-lijn gereserveerd blijven. Daar hebben we uiteraard maling aan, ook voor thuisgebruikers zijn dit waardevolle features. Verder valt op dat de meeste modellen aardig wat extra mogelijkheden bieden, van Picture-in-Picture (PiP) of Picture-by-Picture (PbP) functionaliteit tot een USB hub. Gezien de prijzen is het prettig dat de meeste schermen niet al te ‘kaal’ zijn uitgevoerd, want pakweg 500 à 600 euro blijft voor de meeste mensen veel geld om aan een beeldscherm uit te geven.