[Pro] Intel Xeon E5 v4 Broadwell-EP review: Broadwell voor servers

Benchmarks Windows Server: HPC (3D-rendering en Financial Analysis)

Cinebench

Hoewel in de regel meer een workstation dan een server workload, hebben we een tweetal 3D-rendering tests gedraaid. De reden is tweeledig; allereerst weten benchmarks als Cinebench en PovRay over het algemeen als geen ander het onderste uit de kan te halen qua processorprestaties. Verder zijn ze goed multi-threaded. Uiteraard is 3D rendering ook geregeld wél een taak waar servers voor worden ingezet, zij het met andere software. Denk aan de beroemde films van bijvoorbeeld Pixar en Dreamworks, waar rijen vol met servers weken, zo niet maanden lang op aan het zwoegen zijn.

Cinebench 11.5, dat we tot twee generaties terug gebruikten, ondersteunt niet meer dan 64 virtuele CPU-cores. Zodoende kunnen we enkel de nieuwe Cinebench 15 versie draaien, waar we helaas enkel resultaten van de vorige generatie (Xeon E5 v3, Haswell-EP) van hebben. Voorloper E5-2699 v3 behaalde in deze test 3853 punten. Met de nieuwe CPU's behalen we 4830 punten, een toename van 25,3%, waarvan 22,2% uiteraard voor rekening van het extra aantal cores. 

PovRay 3.7

In PovRay 3.7 hebben we de officiële benchmark gedraaid in 1920x1080 met AA ingeschakeld. Bij de vorige generatie liepen we tegen het een schalingsprobleem aan; de Xeon E5-2699 v3 voltooide de workload langzamer dan de nog een generatie oudere Xeon E5-2697 v2. Nu zien we wel weer een goede prestatiewinst; de afbeelding wordt gerenderd in 221,4 seconden, zo'n 18% sneller dan bij de v3 CPU's.

SiSoft Sandra Financial Analysis

In de de SiSoft Sandra benchmark zitten een drietal financiële analyse benchmarks die goed naar een groter aantal cores schalen. Binnen de Sandra benchmark wordt ook de toekomstige waarde van aandelenportefeuilles berekend, met drie verschillende veel gebruikte methodes; Black Scholes, Monte Carlo (net als SunGard) en Binomial.

De 2013 versie die we tot twee generaties terug gebruiken geeft vanwege het grote aantal cores vreemde resultaten op de Xeon E5-2699 v3 en v4. Zodoende tonen we de resultaten van de 2015/2016 generatie, waar we dus helaas enkel de vorige generatie CPU's als vergelijkingsmateriaal hebben.

In Black Scholes meten we een prestatietoename van 33,9%, duidelijk meer dan de 22% van het extra aantal cores. Vermoedelijk speelt de geheugenbandbreedte hier ook een rol. Bij het binominal pricing algoritme is de prestatiewinst zo'n 26%. Bij de Monte Carlo algoritme vinden we een prestatiewinst van bijna 50%, die zich overigens lastig laat verklaren.