[IDF08] Intel Nehalem in-depth preview

Inhoudsopgave
  1. 1. Inleiding
  2. 2. Blokdiagram
  3. 3. Slimmer omgaan met instructies
  4. 4. Branch prediction en execution units
  5. 5. Terugkeer van HyperThreading
  6. 6. Geheugenmanagement
  7. 7. Caching
  8. 8. QuickPath
  9. 9. Geïntegreerde geheugencontroller
  10. 10. Virtualisatie
  11. 11. Power controller
  12. 12. Turbo modus
  13. 13. Conclusie

QuickPath

Een belangrijke eigenschap van de nieuwe Nehalem architectuur is natuurlijk de nieuwe processorbus. De QuickPath technologie is een snelle chip-naar-chip verbinding die veel weg heeft van AMD's HyperTransport. Het voordeel wordt vooral duidelijk bij systemen met twee of meer processors: de CPU's zijn dan niet meer allemaal afzonderlijk verbonden met de chipset, maar hebben juist direct verbindingen met elkaar, om op die manier zo snel mogelijk data uit te kunnen wisselen.

De eerste implementatie van QuickPath werkt met een bi-directionele 16-voudige datapaden tussen de verschillende chips. Met een snelheid van 6,4 Gigatransfers per seconde, resulteert dat in een doorvoersnelheid van 12,8 GByte/s in beide richtingen. Op bovenstaande afbeeldingen worden direct een aantal verschillen met de architectuur van AMD duidelijk. Zo hebben bij dual-CPU systemen beide processors een rechtstreekse verbinding met de chipset. Bij quad-CPU systemen kunnen processor een viertal QPI-links hebben, zodat er tussen elk paar van twee processors een directe verbinding bestaat. Bij AMD's Opterons is het aantal HyperTransport verbindingen per processor tot nu toe beperkt tot drie.

Advertentie
0