AMD Llano A8 notebook APU review

Llano

AMD richt zich met Llano zoals gezegd op het middensegment. In de notebookmarkt zullen de nieuwe processors spoedig alle bestaande Athlon-, Phenom- en Turion-processors opvolgen. Als alles volgens plan gaat, zijn we de namen van de bestaande AMD processorseries voor het eind van het jaar helemaal vergeten. Voor desktop-PC's gaat Llano eveneens in het betaalbare en mid-range-segment ingezet worden. Voor luxere, snellere systemen, waar een losse videokaart een vanzelfsprekendheid is, komt AMD binnenkort met een tweede reeks nieuwe CPU's, gebaseerd om de inmiddels veel besproken Bulldozer technologie. Ook bij desktops zullen de namen Athlon en Phenom vrij snel geheel van het toneel verdwijnen.

Quad-core CPU

Llano is een middels 32nm transistors geproduceerde chip, die 228 mm² meet, een fractie meer dan Intels Sandy Bridge (214 mm²). De chip is wat AMD zelf een APU noemt: een accelerated processing unit, ofwel een combinatie van CPU en GPU.

Het CPU-gedeelte van de chip bevat vier cores, die elk 1 MB L2-cache hebben. Er is geen gedeelde L3-cache. De cores zijn niet gebaseerd op AMD's nieuwe Bulldozer-architectuur, maar zijn nog van het Stars-type, de architectuur van de huidige Athlon II en Phenom II CPU's. Wel heeft AMD onderhuids vele kleine optimalisaties doorgevoerd, waardoor de IPC (Instructions per Clock, het gemiddel aantal afgeleverde instructies per klokslag) met een dikke 6% is toegenomen. Ofwel: het CPU-gedeelte van Llano lijkt erg op de bestaande Athlon II X4's (die ook geen L3-cache hebben) maar zou op dezelfde klokfrequentie dus zo'n 6% sneller moeten zijn.

Wel heeft AMD nog één belangrijke toevoeging in het processorontwerp gedaan: een verbeterde turbo-modus (AMD Turbo Core genaamd) die de CPU kan versnellen als zowel het stroomverbruik als de temperatuur dat toelaten.

Llano combineert een Athlon II X4-achtige CPU met een krachtige GPU.

Niets nieuws onder de zon: de CPU-cores van Llano zijn gebaseerd op de Stars-architectuur van de Athlon II en Phenom II.