nVidia GeForce FX 5800 (2003)
Tot 2003 ging het nVidia voor de wind. Bij iedere nieuwe generatie werd het succes van de vorige overtroffen. Na de GeForce 2 kwam de GeForce 3, na de GeForce 3 kwam de GeForce 4 en iedere keer wist nVidia de voorsprong op haar concurrenten te vergroten. In 2002 ging het fout. De ontwikkeling van de vijfde generatie GeForce, die men voor de afwisseling GeForce FX noemde, ging gepaard met veel problemen en de kaart kreeg uitstel na uitstel. Het moest nVidia's antwoord op de Radeon 9700 Pro worden, want hoe langer de FX werd uitgesteld, hoe langer ATI het alleenrecht op DirectX 9 zou houden. In maart 2003 kwam de GeForce FX 5800 Ultra, nadat ATI al de Radeon 9800 Pro introduceerde, eindelijk op de markt. Helaas, het was een drama. Om te beginnen vielen de prestaties simpelweg tegen: in vrijwel al onze benchmarks bleek de Radeon 9700 Pro en vooral de Radeon 9800 Pro sneller.
Het grootste probleem was echter dat de NV35 GPU ongekend heet werd, waardoor nVidia onconventionele koeloplossingen moest gebruiken. Voor de duidelijkheid: in 2003 was het plaatsen van een grote dual-slot koeler op videokaarten nog niet gebruikelijk en stonden de ontwikkelingen op dat vlak echt nog in de kinderschoenen. De koeler die nVidia uiteindelijk op de GeForce FX 5800 plaatste maakte een partij herrie, dat is eigenlijk bijna niet te beschrijven. nVidia mocht blij zijn dat in 2003 het fenomeen video op internet nog geen gemeengoed was, anders zouden de reviews van de kaart nóg slechter zijn dan ze al waren. nVidia bleef bij hoog en bij laag beweren dat de kaart geweldig was en zette publicaties die anders beweerden onder druk. De daardoor opgelopen reputatieschade bij journalisten zou pas jaren later weer helemaal hersteld zijn. Pas bij de introductie van de GeForce 6-reeks in 2004 gaf nVidia eerlijk toe dat de GeForce FX 5800 een verkeerd ontwerp was. Met een hilarische video (die je echt moet bekijken) kwam het er voor uit dat de videokaart ook ideaal was als bladblazer of als BBQ.
nVidia GeForce FX 5800 a.k.a. 'de bladblazer'
