Tussenoplossing
Op Tesla na kiezen fabrikanten voorlopig voor relatief kleine accupakketten en daarmee voor een bereik dat (ruim) onder de 200 kilometer ligt. Hoewel dat volgens berekeningen van diverse instituten meer dan genoeg is voor 95% van het dagelijkse verkeer, kan je met een dergelijke auto niet zomaar naar Zuid-Frankrijk op vakantie, en voldoen dergelijke auto’s ook niet voor mensen die voor hun werk veel of op afroep op de weg zitten. Verkoopcijfers laten dan ook zien dat volledig elektrische auto’s slechts mondjesmaat verkopen, maar dat een andere categorie elektrische auto’s snel aan populariteit wint.
We hebben het dan over plug in hybrides, zoals de Opel Ampera en de Chevrolet Volt. Deze auto’s hebben naast een elektromotor en een accupakket dat thuis of aan een laadpaal opgeladen kan worden, ook een brandstofmotor aan boord. Wanneer de accu leeg is, wordt de brandstofmotor opgestart. Dit gebeurt niet om de wielen aan te drijven, maar om elektriciteit te genereren. De motor kan hierdoor binnen zijn meest efficiënte toerenbereik gehouden worden, waardoor het verbruik relatief laag is. Bij dit soort auto’s wordt de brandstofmotor toegepast als ‘range extender’. Dergelijke auto’s hebben echter ook nadelen. Het inbouwen van zowel een volledige elektrische aandrijflijn en een brandstofmotor met generator kost uiteraard geld, en levert extra gewicht op wat meegesleept moet worden. Er moeten dus compromissen gesloten worden en in het geval van de populaire Opel Ampera betekent dit dat het elektrisch bereik slechts zo’n 60 kilometer is, waarna de brandstofmotor aangaat. Dit nadeel weegt voor veel mensen echter niet op tegen het grote voordeel: je korte dagelijkse ritjes kun je met zo’n auto volledig elektrisch afleggen, maar als je verder moet rijden dan is dat wel gewoon mogelijk.
De Opel Ampera is een plugin hybride die geheel elektrisch kan rijden, maar ook over een brandstofmotor beschikt.
