Moederborden gids: alles over het basisonderdeel

Inhoudsopgave
  1. 1. Inleiding
  2. 2. Form factor en chipset
  3. 3. Stroomvoorziening
  4. 4. Insteekkaarten
  5. 5. Videokaarten
  6. 6. Storage en USB
  7. 7. Netwerk
  8. 8. Geluid
  9. 9. LED-verlichting
  10. 10. Koeling en overklokopties
  11. 11. Conclusie

Form factor en chipset

De twee belangrijkste eigenschappen zijn natuurlijk de form factor en de socket van het moederbord, omdat die bepalen of het überhaupt geschikt is voor je kast en processor. Vanzelfsprekend heeft de keuze voor een bepaalde form factor invloed op de mogelijkheden. Een kleiner moederbord kan in principe wel in een grotere kast geplaatst worden, maar dit is niet altijd het beste idee. Zeker Mini-ITX moederborden kosten meer, terwijl ze minder functionaliteit hebben dan vergelijkbaar geprijsde ATX-moederborden. Micro-ATX modellen zijn over het algemeen goedkoper en minder uitgebreid qua functionaliteit. Extended ATX is juist duidelijk breder, waardoor je ook echt een hiervoor geschikte kast nodig hebt.


Van links naar rechts zie je de verschillende form factors: E-ATX, ATX, Micro-ATX en Mini-ITX.

Een processor moet gecombineerd worden met een moederbord met dezelfde socket. Zowel Intel als AMD bieden een ‘mainstream’ en een ‘high-end’ platform, met elk eigen chipsets. Voor Intels Socket 1151 mainstream platform zijn de consumentenchipsets bijvoorbeeld H110, B250, H270 en Z270. De chipset bepaalt voor een groot deel de interne en externe aansluitmogelijkheden van een moederbord, zoals SATA- en USB-poorten, maar ook het aantal PCI-Express lanes.


Het belangrijkste is of het moederbord compatibel is met de CPU die je ervoor in gedachten hebt.

De fysieke kenmerken van het moederbord zijn ook iets waar je beter rekening mee kan houden. Zo is de afstand van de CPU tot de geheugensloten van belang als je geheugenmodules wilt gebruiken die relatief hoog zijn. De locatie van Serial ATA-poorten is ook van belang: tegenwoordig staan ze meestal haaks op het moederbord, waardoor er makkelijk een opslagapparaat is aan te sluiten, ook wanneer er een videokaart is geplaatst. 

System on a Chip

Een duidelijke trend in de PC-wereld is een ontwikkeling om langzaam maar zeker meer functionaliteit in de processor te integreren. Degenen die bekend zijn met bijzonder oude CPU's weten dat de floating point unit in eerste instantie een losse co-processor was, en dat hij pas later geïntegreerd werd in de processor zelf. In de tussentijd is er al heel wat meer opgenomen in de CPU: een IGP en de Northbridge. Bij Haswell integreerde Intel zelfs de voltageregulator in de processor, hoewel die bij Skylake weer werd verwijderd vanwege de gevolgen voor ultramobiele applicaties.

Met uitzondering van de voltageregulator was het steeds AMD die de eerste was om bepaalde onderdelen te integreren. Bij het AM4-platform gaat het bedrijf nog een stapje verder: zowel Zen als Raven Ridge zijn namelijk systems on a chip, wat betekent dat er onder andere USB- en SATA600-poorten zijn geïntegreerd in de CPU. Geheel nieuw is dit zeker niet, aangezien mobiele processors (in zowel smartphones als sommige kleinere laptops) al vaker SoC's waren. Dit is wel voor het eerste dat dit in het high-end segment wordt geïntroduceerd, met het voordeel dat de chipset goedkoper geproduceerd kan worden en dat er voor extra functionaliteit ook minder losse chips nodig zijn, die relatief duur en onzuinig zijn.

Mogelijkheden

Bij de Kaby Lake/Skylake-generatie zijn SLI en overklokken alleen mogelijk met de Z170/Z270-chipsets. ‘Ondersteuning voor SLI’ is niets meer dan een chipset die de mogelijkheid biedt om PCI-Express lanes van de processor op te delen, zodat ze over meerdere fysieke PCI-Express 16x sloten verdeeld kunnen worden. Overigens is de chipset geen garantie dat SLI ondersteund wordt, want de moederbordfabrikant moet op zijn beurt nog switches aanbrengen om het opdelen van de lanes daadwerkelijk te realiseren. Een andere feature die bij Skylake alleen mogelijk is met de Z170/Z270-chipsets is overklokken met de multiplier, omdat de front side bus (nu de base clock genoemd) zich niet langer leent voor significante overkloks.

Bij het AM4-platform (voor Zen en Bristol Ridge) is overklokken mogelijk met twee chipsets: X370 en B350. Het verschil tussen deze twee zit hem echter wel in de overige mogelijkheden. Zo is SLI alleen mogelijk met de X370. Het interessante aan de AMD-chipsets is dat er ook een bijzonder laag gepositioneerde chipset is met de mogelijkheid om over te klokken, te weten de X300. Samen met de A300 biedt deze chipset geen eigen functionaliteit, maar kunnen alleen de SoC-mogelijkheden van de processor gebruikt worden. Een basis-overkloksysteem waar je niet veel SATA- en USB-poorten voor nodig hebt is prima mogelijk met de X300.

In principe kan je een processor combineren met alle chipsets die daarvoor geschikt zijn. Toch is het meestal geen goed idee om bijvoorbeeld een high-end processor te combineren met een low-end chipset – de stroomvoorziening is bij lager gepositioneerde moederborden vaak niet al te best. Dat is dan ook het volgende aandachtspunt.

Advertentie
0