Conclusie
Aan de hand van de tekst en grafieken in dit artikel, gemaakt op basis van anderhalf jaar laptops testen, heb je hopelijk een beeld gekregen wat je anno 2019 van de gemiddelde laptop mag verwachten én waar je op moet letten wanneer je in de winkel staat. Voor de gemiddeld 549 tot 749 euro die de modale machine kost, ontvang je gemiddeld genomen een hele redelijke verzameling hardware. Zo is de alom gemonteerde Core i5-8250U (of zijn opvolger, de i5-8265U) niet alleen voldoende krachtig voor de meeste gebruiksdoelen, maar ook nog eens zuinig met kostbare accucapaciteit. Minpunten van Intels platform vormen nog steeds de magere gpu-prestaties en beperkte hdmi-poort, al beloven de nieuwe ‘10th’-gen oplossingen van het bedrijf daar verandering in te brengen.
Minder positief gestemd zijn we na het bekijken van 570 laptops over de schermkwaliteit die je bij het gemiddelde apparaat ervaart. Je moet gemiddeld genomen meer dan anderhalfduizend euro uitgeven, voor je de kans op een flets en slecht gekalibreerd paneel hebt geminimaliseerd. Dat is teleurstellend, want zelfs budgetsmartphones, tablets en pc-monitoren slagen er al in om een prima kleurweergave te bieden. Evengoed zit er ook bij laptops eindelijk een beetje ontwikkeling in de kwaliteit van de gebruikte panelen, nu laptops met oled-schermen sinds dit jaar eindelijk voor het bredere publiek beschikbaar zijn. Het is te hopen dat die ontwikkeling zich volgend jaar ook in een lager segment zal doorzetten.