Iedere week blikken we met de Hardware.Info tijdmachine terug op wat er 5, 10 en 15 jaar geleden zoal in hardwareland speelde. Deze week bespreken we de eerste officiële 802.11g-certificering, die Belkin op zijn naam mocht schrijven. Ook komen de GTX 280 en GTX 260 aan bod, met de gigantische GT200-gpu die ongeveer twee keer zo snel bleken als zijn voorganger. Tot slot zien dat ASUS met de FonePad in 2013 een tablet introduceert waarmee je ook kunt bellen.
15 jaar geleden: Eerste officiële 802.11g-certificering
Met enig geluk zullen we binnen afzienbare tijd de eerste 802.11ax-apparaten gaan zien; begin volgende maand wordt de standaard immers weer gekeurd door het Institute of Electrical and Electronics Engineers (IEEE). Vijftien jaar geleden zagen we juist dat de 802.11g-specificatie net goedgekeurd was.
De eer van eerste certificering kwam toe aan Belkin, die zijn complete line-up 54g draadloze netwerkproducten liet voldoen aan de nieuwe standaard. Deze apparaten waren toen overigens al wereldwijd beschikbaar, iets wat we met alle WiFi-standaarden hebben gezien: het wordt al op de markt gebracht voordat de specificatie volledig vastgelegd is. De 54g-producten van Belkin die vóór de IEEE-standaard geleverd waren, konden middels drivers alsnog geschikt gemaakt worden.
Het grootste verschil met de voorloper, 802.11b, zat in de modulatie: men ging over van DSSS naar OFDM - waarvan de basis vandaag de dag nog steeds gebruikt wordt. Met een iets kleinere bandbreedte van 20 MHz (in plaats van 22 MHz) vergrootte 802.11g daarmee de doorvoersnelheid van maximaal 11 Mbit/s naar 54 Mbit/s.
bron: Wikipedia
10 jaar geleden: Nvidia GeForce GTX 280 en GTX 260
Tegenwoordig is het redelijk vanzelfsprekend dat gpu's niet alleen voor games gebruikt worden. Deze omslag werd door Nvidia zelf grotendeels gemaakt bij de introductie van de GeForce GTX 280 en GTX 260: voor het eerst ging het namelijk niet alleen om de 3d-mogelijkheden, maar werd de kaarten ook als superkrachtig rekenwonder voor uiteenlopende toepassingen gepositioneerd.
Deze twee kaarten vervingen de GeForce 9800 GX2, die daarmee een kort leven beschoren was. Goedkoop waren ze overigens niet: voor de GTX 280 hanteerde Nvidia adviesprijzen van 649 USD, terwijl je voor de GTX 260 ook al snel zo'n 499 USD kwijt was. Dat vertaalde zich vanwege de destijds redelijk gunstige koers naar respectievelijk 525-550 en 350-375 euro.
Die 'hoge' prijs was niet zonder reden: de GT200 waarop de twee gebaseerd zijn, was verreweg de grootste en meest complexe chip die we tot dusver hadden gezien. De op 65 nm geproduceerde gpu bevatte namelijk zo'n 1,4 miljard transistors en had een oppervlak van 576 mm². Dat was bijna een verdubbeling van wat we bij de G92 van de GeForce 9800 GTX tegenkwamen; die had een oppervlak van 324 mm² met 754 miljoen transistors.
Het was dan ook geen verrassing dat de GTX 280 ruwweg twee keer zo goed scoorde als de 9800 GTX en de 9800 GX2 (vanwege mindere SLI-schaling) ook achter zich liet. Zelden zagen we zulke grote sprongen in prestaties, al had dat natuurlijk ook gevolgen voor het energieverbruik: de GTX 280 verstookte maximaal 236 watt, terwijl de GTX 260 met zijn 20% uitgeschakelde chip zo'n 182 watt uit het stopcontact trok.
De grootste verbetering zagen we echter bij de BadaBOOM videoencoder: het omzetten van video naar iPod-formaat ging volgens onze tests ruim 9x sneller dan op de Core 2 Extreme QX9650, de op één na snelste processor van dat moment. Momenteel is gpu-versnelde codering natuurlijk volledig ingeburgerd, maar toen konden we hiervoor weinig superlatieven vinden die deze ontwikkeling eer aan deden.
5 jaar geleden: ASUS FonePad, de tablet waarmee je kon bellen
Het was niet voor iedereen weggelegd, bellen met een tablet - het ziet er immers behoorlijk komisch uit. ASUS maakte het met zijn FonePad vijf jaar geleden echter wel mogelijk. We vergeleken deze 7-inch tablet voornamelijk met de Google/ASUS Nexus 7, die voor ongeveer hetzelfde bedrag van 250 euro over de toonbank ging.
Buiten de schermafmeting en prijs hielden de overeenkomsten tussen de twee wel redelijk op. De behuizing van de FonePad was bijvoorbeeld van metaal, waar bij de Nexus 7 plastic was gebruikt. De speakergrille boven het scherm gaf aan dat je hem ook daadwerkelijk tegen je oor kan houden, een feature die overigens ook enkele tablets van Samsung aan boord hadden.
Redelijk ongebruikelijk was de keuze van ASUS om in de telefoontablet een Intel Atom Z2420 toe te passen, met één rekenkern op 1,2 GHz en een PowerVR SGX540 gpu. Daarnaast waren 1 GB werkgeheugen en 16 GB uitbreidbare opslag aanwezig. Het ips-scherm met 1280 x 800 pixels was geen toppertje, maar voor de prijs viel ook niet meer te verwachten.
Al bij al vonden we de ASUS FonePad een Hardware.Info Bronze Award meer dan waard: je kreeg behoorlijk wat waar voor je geld.
Vorige afleveringen van de Hardware.Info Tijdmachine:
3 besproken producten
Vergelijk | Product | Prijs | |
---|---|---|---|
![]() |
Asus FonePad Gold
|
Niet verkrijgbaar | |
![]() ![]() |
Asus FonePad Grey
|
Niet verkrijgbaar | |
![]() |
Nvidia GeForce GTX 280
|
Niet verkrijgbaar |