IBM's nieuwe z16-mainframe innoveert met real-time AI en quantum-proof crypto

Inhoudsopgave
  1. 1. Mainframes?
  2. 2. IBM's 'monopolie'
  3. 3. z16 met nieuwe Telum-processor
  4. 4. AI in realtime
  5. 5. Toewijzing van processortypes
  6. 6. Quantumveilige encryptie
  7. 7. Bakken netwerk en I/O
  8. 8. Elektriciteit, koeling en duurzaamheid
  9. 9. Linux, z/OS en VM's
  10. 10. Het financiële plaatje
  11. 11. Toekomst

Toewijzing van processortypes

Elke core op een Telum-processorunit wordt ingedeeld in een van de typen voordat hij kan worden gebruikt. Dit kan worden gedaan bij het initialiseren van het systeem in een power-on reset, of dynamisch dankzij het dynamic processor unit reassignment-proces. Dit zijn de verschillende types:

  •  CP: De central processors worden gebruikt voor algemene taken en het draaien van besturingssysteem z/OS. Om softwarekosten te reduceren, kan capacity setting worden ingeschakeld, ook wel bekend als kneecapping. Via de microcode kunnen null cycles worden toevoegd aan de pipeline, om gemiddeld minder instructies per klokcyclus uit te voeren. 

  • IFL: De integrated facility for Linux wordt gebruikt om Linux-distributies te draaien. Taken die op deze core  worden uitgevoerd, tellen niet mee in eventuele softwarekosten.

    • UIFL: unassigned integrated facilities for Linux kunnen gebruikt worden om softwarekosten te vermijden totdat de IFL wordt gebruikt.
  • zIIP: z integrated information processors kunnen worden gebruikt om Java-software en Db2 database-taken over te nemen van de CP. Ook Java virtual machine en z/OS Container Extensions worden aan deze PU toegewezen. Ook voor dit type geldt dat het niet wordt meegerekend bij het bepalen van softwarekosten. 

    Daarnaast wordt de core gebruikt voor de system recovery boost-functie, die sneller afsluiten en opstarten van het systeem mogelijk maakt. Voor elke fysieke CP kunnen maximaal twee zIIP's worden ingesteld, maar deze kunnen wel anders worden verdeeld over de LPAR's.

  • ICF: De integrated coupling facility voert de coupling facility control code uit en wordt gebruikt met een coupling facility. Dit is een LPAR die functies zoals caching, locking en listing regelt voor een sysplex, een cluster van maximaal 32 systemen die als een z/OS-image kunnen fungeren voor zware taken.

    • XCF: De cross-system coupling facility voorziet in de communicatie tussen z/OS-images over workloads, statussen en data-transmissies. WLM, de workload manager, kan TCP/IP-verkeer toewijzen aan de LPAR die het minst belast wordt.
  • SAP: Elk i/o-subsystem heeft een of meer system assistance processors om devicenummers, id's en paths correct door te geven.

  • IFP: De infrastructure processor zorgt voor het infrastructuurmanagement. Deze kan niet door de gebruiker worden ingesteld; hij staat vast.

  • Spare: Alle kernen die niet zijn ingedeeld in een van bovenstaande klassen dienen als reserve. Als er een core uitvalt, kunnen de taken direct worden overgenomen. Omdat er minder cores kunnen worden ingezet dan er fysiek aanwezig zijn, zijn er altijd voldoende spares aanwezig. Uitval heeft daardoor een minimaal effect op de uitvoering van de taken.

Hardware-management en ondersteuning

Bovenin de z16 zijn twee redundante 1U-servers te vinden die fungeren als hardware management console en support element. De hardware management appliance of hma-software voorziet in het hardware-platform management, waaronder configuratie en monitoring. De opdrachten van de hmc worden door de gevirtualiseerde SE via een netwerkswitch verzonden naar de compute-lades.

Advertentie
0