Van rekenmachinekracht naar exaflops: de geschiedenis van de supercomputer

Inhoudsopgave
  1. 1. Inleiding
  2. 2. 1962: De Atlas Computer doet zijn intrede
  3. 3. 1976-1994: Van de Cray-1 naar de Numerical Wind Tunnel
  4. 4. 1997: Intel duikt op met de ASCI Red
  5. 5. 2008: IBM's Roadrunner doorbreekt de petaflops-barrière
  6. 6. 2010: Ook China meldt zich
  7. 7. 2016: De Tianhe-2 geeft het stokje door aan de Sunway TaihuLight
  8. 8. Deed en doet Europa ook nog mee?
  9. 9. 2021: Niet een- maar twee exaflops-barrière doorbroken

1962: De Atlas Computer doet zijn intrede

In samenwerking met Ferranti werd in 1962 aan de universiteit van Manchester de eerste supercomputer ontwikkeld. Deze tot Atlas Computer gedoopte krachtpatser was een kamervullend toestel dat meer computerpaardenkrachten bevatte dan alle systemen in het Verenigd Koninkrijk samen konden bieden. Dat lijkt enorm, maar jouw televisie en zelfs je wasmachine zijn vandaag de dag slimmer dan de Atlas.

De Atlas was met Supervisor voorzien van een heus besturingssysteem, dat in retrospectief aan de basis lag van Windows, macOS en Linux. Dit dankzij een paar basisprincipes die in een halve eeuw niet of nauwelijks  zijn veranderd.

De Atlas-ontwikkelaars vonden eigenhandig virtualisatie uit door het fysieke en virtuele geheugen los te koppelen. Zo moest een Atlas-programma het virtuele geheugen aanspreken in plaats van het fysieke; een concept dat nog steeds wordt gebruikt. Sterker, zonder de bij de Atlas geïnitieerde geheugenvirtualisatie zou bijvoorbeeld je smartphone niet draaien zoals hij nu draait. De Atlas gaf daarnaast gestalte aan het multitasking-concept, waarbij het op maat gemaakte Supervisor een maatstaf werd voor latere supercomputers. Ook die draai(d)en immers op gespecialiseerde besturingssystemen om optimaal van de geweldige computerkracht gebruik te kunnen maken.

De prestaties van het systeem vergelijken met die van hedendaagse supercomputers is eigenlijk zinloos. Waar ze bij de Atlas werden gemeten in floating-point operations per second (flops), moet je tegenwoordig denken aan tera-, peta- en zelfs exaflops. Met de asynchrone processor van de Atlas kwam men na optellen tot één bewerking per 1,61 microseconden, oftewel zo’n 620 Flops.

Advertentie
0