Van rekenmachinekracht naar exaflops: de geschiedenis van de supercomputer

Inhoudsopgave
  1. 1. Inleiding
  2. 2. 1962: De Atlas Computer doet zijn intrede
  3. 3. 1976-1994: Van de Cray-1 naar de Numerical Wind Tunnel
  4. 4. 1997: Intel duikt op met de ASCI Red
  5. 5. 2008: IBM's Roadrunner doorbreekt de petaflops-barrière
  6. 6. 2010: Ook China meldt zich
  7. 7. 2016: De Tianhe-2 geeft het stokje door aan de Sunway TaihuLight
  8. 8. Deed en doet Europa ook nog mee?
  9. 9. 2021: Niet een- maar twee exaflops-barrière doorbroken

2008: IBM's Roadrunner doorbreekt de petaflops-barrière

Het duurde tot 2000 voordat de ASCI Red van de troon werd gestoten door IBM’s ASCI White, maar met de NEC Earth Simulator namen de Japanners twee jaar later het stokje weer over. IBM liet dit echter niet op zich zitten en voerde van 2004 tot 2007 de ranglijst aan met meerdere versies van de Blue Gene, waarna het op 25 mei 2008 de petaflops-barrière doorbrak met de Roadrunner.

De Roadrunner kende verschillende uitvoeringen, maar de meest bekende bevatte in totaal 19.872 cpu’s, waarvan 6.912 AMD Opteron 2210-dualcores en voor het overige IBM PowerXCell-cpu’s. De PowerXCell liet zich het best omschrijven als een PlayStation 3-processor op doping.

Met een niet geringe 103,6 terabyte ram en 130.464 processors aan boord nam het petaflopsmonster zowat 300 serverkasten in beslag en piekte het uiteindelijk op 1.456 petaflops. Roadrunner was daarnaast de eerste supercomputer die gebruikmaakte van een hybride architectuur. Zo hielden de Opterons zich bezig met de i/o-operaties, terwijl aan de PowerXCells de rol van accelerator was toebedeeld. Toen de Roadrunner op 31 maart 2013 vanwege efficiëntie-issues met pensioen werd gestuurd, stond hij nog steeds op plaats 22 in de ranglijst.

In 2009 had de Roadrunner zijn wereldrecord al over moeten dragen aan de Cray Jaguar. Deze Jaguar bestond al sinds 2005 en werd meerdere malen geüpgraded. In zijn glorieperiode haalde de supercomputer 1,75 petaflops.

Het systeem bestond uit twee delen: de Jaguar XT5 en Jaguar XT4. De XT5 telde 18.688 computernodes met daarin telkens een 2,6GHz hexacore AMD Opteron 2435-processor. De XT4 werkte met 7.832 nodes die waren uitgerust met een 2,3GHz quadcore AMD Opteron 1345. Cray combineerde het geheel daarmee tot een supercomputer die meer dan 200.000 rekenkernen tot zijn beschikking had.

Advertentie
0