Van rekenmachinekracht naar exaflops: de geschiedenis van de supercomputer

Inhoudsopgave
  1. 1. Inleiding
  2. 2. 1962: De Atlas Computer doet zijn intrede
  3. 3. 1976-1994: Van de Cray-1 naar de Numerical Wind Tunnel
  4. 4. 1997: Intel duikt op met de ASCI Red
  5. 5. 2008: IBM's Roadrunner doorbreekt de petaflops-barrière
  6. 6. 2010: Ook China meldt zich
  7. 7. 2016: De Tianhe-2 geeft het stokje door aan de Sunway TaihuLight
  8. 8. Deed en doet Europa ook nog mee?
  9. 9. 2021: Niet een- maar twee exaflops-barrière doorbroken

2021: Niet een- maar twee exaflops-barrière doorbroken

De Aurora van Argonne National Laboratory was bedoeld als de eerste supercomputer met prestaties van meer dan 1 exaflops, maar na enige vertraging moest men die eer overlaten aan de Frontier-supercomputer. In 2021 bleek de Aurora echter de eerste 2-exaflops-supercomputer te zijn, dankzij Intels Ponte Vecchio-gpu.

Afgelopen jaar (2022) kondigde Meta zijn AI Research SuperCluster (RSC) aan. Het bedrijf wil deze supercomputer gaan gebruiken om nieuwe en betere AI-modellen te bouwen die onder meer van triljoenen voorbeelden kunnen leren, in honderden verschillende talen kunnen werken en nieuwe AR-tools kunnen ontwikkelen. Uiteindelijk moet het systeem gaan bijdragen aan de bouw van de Metaverse, waar AI-gestuurde toepassingen en producten een belangrijke rol zullen spelen.

Europa's eerste exascale supercomputer Jupiter moet dit jaar in het Duitse onderzoekscentrum Forschungszentrum Jülich komen te staan. Deze computer gaat zo'n 500 miljoen euro kosten, waarvan de helft door het EuroHPC JU, een samenwerkingsverband van Europese landen voor de ontwikkeling van supercomputers, zal worden betaald. De rest wordt in Duitsland zelf gefinancierd.

De Jupiter gaat vooral gebruikt worden voor onderzoek naar klimaatverandering, het beheersen van pandemieën, duurzame energieproductie en kunstmatige intelligentie.


Jülich Juwels, Jupiters voorloper.

 

 

 

Advertentie
0