Wat wordt precies bedoeld met netcongestie?
Laten we om te beginnen uitleggen wat netcongestie precies inhoudt. Kortgezegd spreken we over netcongestie als de gelijktijdigheidspiek van de elektriciteitsvraag of -opwek de veiligheidsgrenzen van de knooppunten in een net overschrijdt. Oftewel: de vraag of het aanbod is hoger dan de maximale capaciteit die een net aankan. Dat is natuurlijk niet altijd het geval. Er wordt niet op ieder moment van de dag evenveel elektriciteit van het net gehaald of op het net ‘gestopt’. Het grootste deel van de dag is er ruimte zat op het net. Het voornaamste probleem is dat als iedereen rond dezelfde tijden elektriciteit gebruikt of teruglevert, het net wordt overbelast. Dat gebeurt volgens TenneT in de meeste gebieden ‘slechts’ 30-40 uur per maand.
Als er wel netcongestie is (of dreigt), betekent dan niet dat dat overal in Nederland zo is. Ook hangt het af van het soort elektriciteitsnet. Het zit namelijk zo: Nederland heeft een aantal landelijk netten (de hoogspanningsnetten) die door TenneT worden beheerd en bedoeld zijn voor aansluitingen van 110 kilovolt of hoger. Daarnaast zijn er midden- en laagspanningsnetten die worden beheerd door regionale netbeheerders, zoals Liander, Enexis en Stedin. Overigens worden al die netten bij elkaar voor het gemak ‘het’ net genoemd.
De meeste consumenten en bedrijven zijn aangesloten op een elektriciteitsnet. De grootte van de aansluiting verschilt voor consumenten per woning, en voor organisaties hangt het af van het contract. Woningen hebben hoogstens een 3x25A-aansluiting met een voltage van 230 V; die zitten altijd op het laagspanningsnet. Dat geldt ook voor de meeste bedrijven, terwijl grote bedrijven en organisaties vaak een dusdanig hoge elektriciteitsvraag hebben dat ze op het middenspanningsnet worden aangesloten. Het hoogspanningsnet levert enkel rechtstreeks aan de allergrootste partijen (zoals grote offshore wind- en zonneparken, of zeer zware datacenters).
Offshore windpark.
Laatstgenoemde staat daarnaast in directe verbinding met de centrales die elektriciteit opwekken. Via onderstations wordt de elektriciteit omgezet in een lagere spanning en geleverd aan de middenspanningsnetten. Die staan middels transformatorhuisjes op zijn beurt weer in verbinding met het laagspanningsnet om het voltage nog verder te verlagen. Alle netten staan dus in verbinding met elkaar, maar alleen de netten van TenneT zijn verantwoordelijk voor de algehele landelijke transporten van elektriciteit in Nederland, terwijl de regionale netbeheerders per regio ervoor moeten zorgen dat er genoeg capaciteit is voor kleinere gebruikers.
Als er netcongestie is, kan dat zowel betekenen dat er zich in een bepaald gebied te veel elektriciteit op het net bevindt en er daardoor geen ruimte is om nog meer energie te stoppen in de kabels, maar ook dat er te weinig elektriciteit op het net is om in de gevraagde bandbreedte te voorzien (omdat er meer energie wordt gevraagd dan er beschikbaar is). Beide kunnen tegelijkertijd plaatsvinden, maar dan op andere plaatsen in het net. Als er een overschot aan zonne-energie wordt opgewekt kan het tevens zo zijn dat in het ene deel van het land te veel aanbod van elektriciteit is, maar dat dat niet naar de andere kant van het land getransporteerd kan worden omdat de bestaande netten niet voldoende transportcapaciteit hebben.