Uitbreiden en verzwaren van de netten
Om netcongestie op de lange termijn te beperken, worden voornamelijk twee oplossingen samen genoemd: uitbreiden en verzwaren van het net. Oftewel, meer kabels aanleggen en de bestaande kabels sterker en dikker maken zodat er meer stroom op past. Volgens netbeheerders is dit noodzakelijk om ervoor te zorgen dat het net een steeds hogere piek aankan (vooral gezien steeds meer mensen naar verwachting gebruik zullen maken van elektriciteit), maar het is ook een zeer kostbare onderneming. Volgens De Jong kost dit nu op jaarbasis 8 miljard euro, terwijl dat een paar jaar geleden nog 4 miljard was. Naar verwachting zullen de investeringen voor 2030 nog verder toenemen. Naar verwachting wordt de capaciteit van het netwerk tussen 2020 en 2030 verdubbeld. Voor het laagspanningsnet worden er bijvoorbeeld zo'n 80.000 nieuwe transformatorhuisjes in de straten geplaatst.
Transformatorhuisje.
Hoewel je misschien zou denken dat het dus een no-brainer is om gewoon het net flink uit te breiden en daarmee de toenemende vraag en het stijgende aanbod voor te blijven, is dit echter een van de moeilijkste dingen om te realiseren en kost het erg veel tijd. "Voor het uitbreiden van het elektriciteitsnet, met name voor de hoogspanningsknooppunten, is heel veel ruimte nodig", aldus Hans-Peter Oskam, directeur energietransitie en beleid bij Netbeheer Nederland. "Daar zijn vergunningen voor nodig zijn, en het krijgen van zo’n vergunning duurt in Nederland tot wel acht jaar."
Dat komt onder meer door de stikstofaanpak. Bij de bouw van het net wordt een kleine hoeveelheid stikstof uitgestoten, en door het wegvallen van de bouwvrijstelling eerder dit jaar houdt dat in dat er per project moet worden onderzocht wat de stikstofimpact is die tijdens de bouw vrijkomt voordat er een vergunning wordt verleend. Dat zorgt voor grote vertragingen, terwijl de gevolgen volgens Oskam niet in verhouding staan met de minieme hoeveelheden stikstof die worden uitgestoten. “Uiteindelijk wordt stikstof door deze investeringen juist gereduceerd. De netto-uitstoot is negatief voor onze projecten.”
Daarnaast duren de beroepsprocedures heel lang. Als mensen het niet eens zijn met een locatie, kunnen ze naar de Raad van State stappen. Omdat er daar ook mensen tekortkomen om alle procedures snel in behandeling te nemen, kan het zo jaren duren voor een uitbreidingsvergunning definitief is. Daarna kan er dus pas gebouwd worden, hetgeen ook een ingewikkelde opgave is en nog zo’n twee jaar kost.
Dat zijn overigens gemiddelden; de hoogspanningsverbinding tussen Eemshaven en Vierverlaten kostte bijvoorbeeld van begin tot eind maar liefst vijftien jaar. Aangezien er nu sinds enkele maanden in Zeeland sprake is van congestie en het net daar op slot is gegaan, wordt er daar sinds dit jaar ook gewerkt aan uitbreiding van het net (tussen Borsele en Terneuzen), maar waarschijnlijk praten we over 2033 alvorens die verbinding is voltooid. Hoewel dat niet hoeft te betekenen dat het net in Zeeland tot die tijd non-stop vol zit (door maatregelen als congestiemanagement), kunnen er tot die tijd waarschijnlijk weinig nieuwe aansluitingen worden gerealiseerd.
Hoogspanningsverbinding tussen Eemshaven en Vierverlaten.
Dat er soms wel acht jaar verstrijken voordat er überhaupt begonnen kan worden aan het realiseren van een netuitbreiding, is veel te lang, aldus Vermeer van de NVDE. Deze organisatie pleit er al jaren voor dat het verlenen van vergunningen eerder zo'n twee jaar moet gaan kosten. “We hebben de luxe niet om zoveel jaar over al die zaken, zoals of en waar de kabels en transformatorhuisjes moeten komen, te dimdammen. Het duurt erg lang voordat er een keuze wordt gemaakt, en op een gegeven moment wil je liever een 'nee' horen, zodat je een andere oplossing kunt zoeken, dan dat je er alsmaar verder over door blijft gaan.”
Hoewel TenneT aan deze ellenlange procedures weinig kan doen, had de netbeheerder natuurlijk wel eerder kunnen beginnen met het aanvragen van vergunningen, in plaats van te wachten tot er al sprake is van netcongestie. Vandaar dat TenneT recentelijk het Target Grid-project is gestart. Daarbij wordt gekeken naar wat het elektriciteitsnet van 2045 aan capaciteit nodig heeft (gebaseerd op het hoogste elektrificatiescenario), waarna daar alvast op geanticipeerd wordt door nu meteen vergunningen in gang te zetten en grond aan te vragen. De NVDE is blij met deze stap. “Vroeger keken we naar het gemiddelde van alle mogelijke scenario’s, maar als het sneller ging dan verwacht – zoals nu ook is gebeurd – ben je niet voorbereid. Nu wordt er gelukkig het meest extreme scenario als leidraad genomen.”
Dat zou moeten betekenen dat er in 2045 niet meer zo langdurig sprake hoeft te zijn van netcongestie. Maar voor de nabijere toekomst is dat natuurlijk te laat. Dat kan nog wel eens een groot probleem opleveren; het elektriciteitsverbruik zal namelijk naar verwachting tegen 2030 ongeveer verdubbelen. Volgens het CBS komt 40 procent van de totale, huidige elektriciteitsproductie uit hernieuwbare bronnen, terwijl dat volgens een voorspelling in het overheidsrapport Klimaat- en Energieverkenning 2022 over zeven jaar zo'n 85 procent zal zijn.
Op korte termijn moet TenneT er dus voor zorgen dat netgebruikers consequent slim omgaan met de bestaande capaciteit op het net. Dan zou er in principe over zes tot tien jaar op de meeste plekken weer genoeg ruimte moeten zijn. Maar zoals eerder gezegd is meewerken aan congestiemanagement voor veel partijen niet heel aantrekkelijk. Er moeten dus andere manieren gevonden worden om bedrijven te motiveren flexibeler gebruik te maken van elektriciteit.