C-states: zuinigere CPU idle states uitgelegd

Inhoudsopgave
  1. 1. Inleiding
  2. 2. Core en package
  3. 3. USB 3.1 en storage
  4. 4. Testmethode
  5. 5. Testresultaten: USB 3.0/3.1
  6. 6. Testresultaten: SATA600/M.2
  7. 7. Testresultaten: CPU/GPU
  8. 8. Testresultaten: Geheugen
  9. 9. Testresultaten: Stroomverbruik
  10. 10. Testresultaten
  11. 11. Analyse
  12. 12. Conclusie

Testresultaten

Uit de tests blijkt dat de C-states verrassend weinig invloed hebben op de performance. Alleen bij de USB 3.1 benchmark is er sprake van noemenswaardige degradatie. Voor de rest is het verschil minimaal tot nihil. Dit geldt ook voor de prestaties van de opslagaansluitingen: de SATA en M.2-prestaties gaan niet achteruit tussen C0 en C8. Ook de USB 3.0 poorten van de chipset presteren niet slechter wanneer er hogere C-states worden ingesteld.

Uit betrouwbare bronnen hebben we vernomen dat de redenen voor de slechtere USB 3.1 prestaties ingewikkeld zijn, maar dat het in ieder geval deels komt doordat de functionaliteit zich niet in de chipset bevindt. Dit lijkt bevestigd te worden door de resultaten van onze tests; de prestaties van de chipset-storagemogelijkheden worden nauwelijks negatief beïnvloed door hogere C-states.

Niet geheel onverwacht blijkt dat C-states geen invloed hebben op de prestaties van de processor, videokaart (of dat nu een losse videokaart is of de IGP) of het geheugen.

Dan het stroomverbruik, waar het uiteindelijk om draait bij het inschakelen van de C-states. We zien dat het idle verbruik nauwelijks afneemt tussen C1 en C7s, maar dat er tussen C7s en C8 plotseling een behoorlijke reductie is in het idle stroomverbruik. Bij die ene stap noteren we een afname van vijf watt, een vijfde van het totale verbruik. Onder load valt er uiteraard helemaal geen verschil te noteren, we hebben hier immers te maken met ‘idle’ states.

Advertentie
0