Inleiding
Een van de manieren om het idle stroomverbruik van een computer te beperken, is om de C-states van de processor aan te zetten. In dit artikel leggen we uit wat C-states nu precies zijn en bekijken we aan de hand van benchmarks hoe het stroomverbruik en de prestaties hierdoor worden beïnvloed.
Al jaren implementeren Intel en AMD zogenaamde ‘C-states’ in hun producten, waardoor de processor op een lager pitje gaat werken als hij niet gebruikt wordt en daardoor ook minder stroom verbruikt. Deze C-states kunnen in de BIOS worden ingesteld. Er hangt echter ook een zweem van obscuriteit rond deze technologie; het is niet precies duidelijk wat verschillende C-states precies doen en wat het praktische effect op de prestaties is. Hogere C-states zouden meer stroom moeten besparen, maar wat moet het verschil tussen C1E en C3 zijn, en waarom is er sprake van zowel Package als Core C-state?
Vanaf Skylake wordt C8 ook in desktops ondersteund.
C-states moeten niet verward worden met zogenaamde ‘global states’, waarbij het systeem daadwerkelijk uit of Stand-by staat (bijvoorbeeld S0, S1 en S3). Eenmaal ingesteld worden C-states automatisch geregeld door het moederbord en het besturingssysteem, zonder dat de gebruiker daar extra stappen voor hoeft te ondernemen. Een hogere C-state betekent dat de processor in een diepere ‘slaap’ zit, waardoor hij minder stroom verbruikt, maar ook dat de prestaties om verschillende redenen wat teruglopen.