Analyse
De C-states doen wat je ervan mag verwachten. De vraag is of het zinvol is om ze in te schakelen. De USB 3.1 prestatieverslechtering is aanzienlijk bij sommige oudere moederborden, maar inmiddels zijn fabrikanten een stuk slimmer geworden in hoe ze hiermee omgaan. De MSI Z170A Gaming Pro Carbon waarmee we de tests voor dit artikel gedaan hebben, is een nieuwer exemplaar, dat is geoptimaliseerd op dit vlak. Bij sommige oudere moederborden, zeker van MSI, was het verschil tussen C0 en C8 werkelijk enorm. Bij een modern moederbord zoals de MSI die wij hebben gebruikt, leveren de C-states een afname in prestaties op voor USB 3.1 van nauwelijks 10%. Kun je zonder deze 10%, dan maak je je systeem in idle aanzienlijk zuiniger.
Voor je meteen je BIOS in duikt om aan de slag te gaan met C-states, moet je er echter rekening mee houden dat de grootste afname in het idle stroomverbruik plaatsvindt plaats bij het instellen van C8. Dat is nu juist de staat die niet in te stellen is als je gebruikmaakt van een losse videokaart. Dan is het geheel zoals hierboven vermeld beperkt tot Package C3. Daarnaast zijn hogere C-states dan C6 alleen mogelijk bij de Skylake-generatie en met processors vanaf de Core i3. Juist de processors die je vanwege hun gunstige prijs zou willen gebruiken in een systeem zonder videokaart, de Pentiums en Celerons, ondersteunen geen C8.
Deze afbeelding van Intel toont welke C-state combinaties mogelijk zijn en wat ze precies doen.